“Een palmboom is een van de ‘alibi’s’ die ik gebruik om een werk in te vullen. Ik zoek een thema dat zo stereotiep is – zo van iedereen – dat niemand zich het kan toe-eigenen. Zou ik een urinoir gebruiken, word ik onmiddellijk gelinkt aan Marcel Duchamp (1887-1967). Ik wil niet dat het een intellectueel statement wordt. Maar het moet meer worden dan die typische palmboom, er moet iets bevreemdend aan zijn. Er moet een subjectiviteit insluipen waardoor het bijna een buitenaardse entiteit wordt.”
Opvallend is hoe hij het alibi ‘palm’, door een ander materiaal te gebruiken – aluminium bij Zilver Fruit, Silver Cakespoons en The Garden – een compleet andere lading en visuele impact meegeeft.
“Het ding met een palmboom is dat het een beeldende stellingname is, maar zich daar tegelijkertijd ook tegen verzet. Eenmaal een palmboom bevrijd is van de last een palmboom te moeten zijn, of van de last zogenaamde echte kunst te moeten zijn, kan zijn leven als opzienbarend object beginnen. Eenmaal die grens overschreden, kan hij vrij bewegen, opstijgen. Dat is wat de kunst van Peter Rogiers gemeen heeft met alle kunst van het nietige. Ze overstijgt de regels en is ervan bevrijd.”
Kunstjournalist Carl Friedrich Schröer in Peter Rogiers. Geen titel. Galerie Thomas Schulte.
Zilver Fruit is een uniek exemplaar.